Afweercellen in organen getraind tot superbestrijders
NieuwsWetenschappers van Sanquin ontdekten een belangrijke rol voor een bepaald type afweercel in de bestrijding van infectieziekten en kanker. Deze superbestrijder is een geheugen-T-cel, die onze organen en weefsels bewaakt tegen een terugkerende ziekteverwekker. De cel blijkt bij herinfectie ook de bloedbaan in te duiken, en kan de rest van het lichaam heel effectief beschermen. Het onderzoek is gepubliceerd in Nature Immunology.
Als je een infectie hebt doorgemaakt, bouwt je afweersysteem geheugen op. Het bewaart afweercellen die zich gespecialiseerd hebben in de ziekteverwekker, bijvoorbeeld het griep- of coronavirus. Bij een nieuwe besmetting beschermen de verschillende celtypes meteen. Er zijn cellen die antistoffen aanmaken, andere geheugencellen, de T-cellen, gaan direct zelf in de aanval.
Plaatselijke afweer
Geheugencellen bevinden zich voor het grootste deel in de lymfeklieren. Wetenschappers van Sanquin onderzoeken T-cellen die zich in de organen en weefsels, zoals de longen, bevinden, en daar zorgdragen voor de plaatselijke afweer. Deze cellen kunnen direct optreden tegen een bekend virus, sneller dan hun tegenhangers in de lymfeklieren.
Onderzoeker Felix Behr: “We zagen dat een deel van deze geheugencellen bij een tweede infectie de organen verlaat en naar de bloedbaan gaat. Zo kunnen zij ook op andere plekken in het lichaam snel het micro-organisme onschadelijke maken. Bovendien vonden we dat deze plaatselijke T-cellen in de weefsels een veel betere training achter de rug hebben om die ziekteverwekker te bestrijden dan de lymfeklier-T-cellen die in het bloed patrouilleren”. Voor de afweer in het hele lichaam zijn die plaatselijke geheugen-T-cellen dus veel belangrijker dan tevoren gedacht werd.
Kankertherapie
Bij de ontwikkeling van vaccins kan het van belang zijn te monitoren of dit soort superbestrijders worden opgewekt. En dat niet alleen. T-cellen worden ook ingezet voor kankertherapie. Hiervoor worden cellen afgenomen bij patiënten en in het lab opgekweekt tot enorme aantallen, en vervolgens teruggegeven aan de patiënt. Wellicht dat een selectie van plaatselijke geheugen-T-cellen deze therapie nog kan verbeteren.
