Nieuwe gentherapieën voor erfelijke bloedarmoede

Sanquin heeft samen met het Hubrecht instituut verschillende nieuwe vormen van gentherapie ontwikkeld voor sikkelcelziekte en bèta-thalassemie. Dit zijn erfelijke ziektes die leiden tot ernstige bloedarmoede en andere ernstige levensbedreigende complicaties. In Nederland zijn er rond de 2000 patiënten. Het onderzoek wordt binnekort gepubliceerd in Blood.

emile van den akkerBij deze ziektes wordt door een mutatie in het DNA het eiwit hemoglobine (Hb) niet goed gevormd, wat allerlei gevolgen heeft voor rode bloedcellen. Zo kunnen die verminderd zuurstof binden en afgeven. De nieuwe gentherapieën zorgen ervoor dat er een andere vorm van hemoglobine wordt aangemaakt, één die normaal gesproken alleen bij de foetus voorkomt, foetaal Hb.

De onderzoeksgroep van Emile van den Akker gebruikt CRISPR-Cas9, een genetische schaar om in het lab in de bloedstamcellen van patiënten een stukje DNA te verwijderen, waardoor de foetale vorm van Hb wordt aangemaakt, en het kapotte gen wordt onderdrukt. Sanquin voert dit onderzoek uit in een samenwerkingsverband met het Hubrecht Instituut, het Oncode instituut, het Amsterdam UMC en het Erasmus MC. Patiënten zijn nu voor genezing afhankelijk van stamcellen van een donor. Maar lang niet altijd is een passende stamceldonor beschikbaar. Ook geven donorstamcellen regelmatig ernstige bijwerkingen. Het heeft dus grote voordelen om patiënten te kunnen behandelen met hun eigen, aangepaste stamcellen.

Foetaal hemoglobine

Tijdens de zwangerschap haalt de baby zuurstof uit het bloed van moeder. Dat vindt plaats in de placenta. Omdat de foetale vorm van Hb sterker aan zuurstof bindt dan de volwassen vorm, kunnen de rode bloedcellen van de baby makkelijk zuurstof overpakken wat vrijkomt uit de bloedcellen van moeder. Gedurende het eerste jaar na de geboorte schakelt de baby over op de volwassen vorm van Hb, dat als voordeel heeft dat het makkelijker zuurstof afgeeft aan de weefsels.

Dat betekent niet dat foetaal Hb ongeschikt is voor het leven buiten de baarmoeder, vertelt van den Akker. “Bij erfelijke persistentie van foetaal hemoglobine (HPFH) maak je de overstap naar volwassen Hb maar gedeeltelijk, en blijf je je hele leven gebruik maken van foetaal Hb.  Mensen die bovenop HPFH een mutatie hebben die zou leiden tot de sikkelcelziekte of Bèta-thalassemie, hebben alleen milde klachten. daarom weten we dat foetaal Hb  een goed alternatief is voor patiënten met sikkelcelziekte en Bèta-thalassemie. Deze technieken kunnen we verder ontwikkelen tot een behandeling voor patiënten, in samenwerking met het Laboratorium voor celtherapie van Sanquin en met onze partners, waar veel ervaring is in het bewerken en bewaren van stamcellen.”

Een Brits bedrijf ontwikkelde eerder met een andere techniek een soortgelijke gentherapie. Deze behandeling kost ongeveer 2,5 miljoen euro per patiënt. De onderhandelingen of deze therapie wordt vergoed in Nederland lopen nog.

Als not-for-profit instituut beoogt Sanquin therapieën te ontwikkelen op een duurzame manier, zodat deze betaalbaar wordt voor de doelgroep.

Voor de verdere toekomst hoop van den Akker dat Sanquin een therapie kan ontwikkelen waarbij de stamcellen niet in het lab genetisch worden aangepast, maar in het lichaam van de patiënt. Dat is minder belastend, aangezien patiënten nu eerst chemotherapie moeten ondergaan voordat ze de stamcellen terug kunnen krijgen.

Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het Sanquin Research Fund.