Antistoffen tegen coronavirus bij 13% van de donors

De Vinger aan de Pols (VAP)-studie van Sanquin geeft aan dat in de eerste week van januari het landelijk gemiddelde is gestegen naar 13,3%, met maximaal 15% prevalentie in Zuidoost Nederland (december: 10,3%). 

In december rapporteerde het RIVM een stijging van infecties, dat zal naar verwachting in januari in Sanquins metingen een stijging veroorzaken van antistoffen, met name die stoffen die een recente infectie aangeven (IgM). De reden van die vertraging is dat donors 2 weken klachtenvrij moeten zijn, voordat zij kunnen doneren. Dat maakt dat deze getallen minimaal 2 weken achterlopen op metingen van actieve infectie.
Wekelijks onderzoekt Sanquins VAP-studie een steekproef van ongeveer 2.000 plasmadonors op antistoffen, in aanvulling op het onderzoek dat het RIVM naar antistoffen doet.

Het meten van antistoffen bij donors geeft inzicht in de verspreiding van COVID-19 over Nederland. Onderstaand overzicht geeft de maandelijkse verdeling van de aangetroffen antistoffen over Nederland in verloop van tijd. 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.